1. Coll 038 01 De zeventigste week van Daniël in het O.T. Ab Klein Haneveld 01:04:34
  2. Coll 038 02 De zeventigste week van Daniël in het O.T. Ab Klein Haneveld 01:09:24
  3. Coll 038 03 De zeventigste week van Daniël in het O.T. Ab Klein Haneveld 01:08:20
  4. Coll 038 04 De zeventigste week van Daniël in het O.T. Ab Klein Haneveld 01:15:16

Niet zeventig jaren, zoals uit een profetie van Jeremia viel te veronderstellen, maar zeventig ‘jaarweken’, dus 490 jaren, verstrijken tussen de terugkeer van Nehemia uit ballingschap naar Jeruzalem en de komst van de Messias voor Israël. Die aanvullende profetie kreeg Daniël. Maar na 69 weken is de klok voor het Joodse volk door God stil gezet. Dat was ten tijde van de zogenoemde intocht van de Heere Jezus in Jeruzalem, die allesbehalve feestelijk was, want de Heer huilde over de stad. In het besef dat eigenlijk de laatste [jaar]week toen had kunnen beginnen. Die moet dus nu nog komen. De geschiedenis is onderbroken. Voorafgaande aan die laatste zeven jaren, vindt de opname van de Gemeente plaats. Die zeventigste week is essentieel in de eschatologie. Aan het begin ervan sluit Israël een vredesverbond met de omliggende vijandige staten, in casu met de door de door hen als leider aanvaarde antichrist. Halverwege die periode gaat het dan ook fout, wordt men gedwongen tot één – niet Joodse- wereldreligie en zal een gelovig overblijfsel vluchten naar de woestijn.

“Och of gij ook bekendet, ook nog in dezen uw dag.”