1. C293 01 Kind, Knecht, Koning (Conferentie Wuppertal 2014) Ab Klein Haneveld 00:54:44
  2. C293 02 Kind, Knecht, Koning (Conferentie Wuppertal 2014) Ab Klein Haneveld 01:28:59
  3. C293 03 Kind, Knecht, Koning (Conferentie Wuppertal 2014) Ab Klein Haneveld 01:30:10
  4. C293 04 Kind, Knecht, Koning (Conferentie Wuppertal 2014) Ab Klein Haneveld 01:01:25
  5. C293 05 Kind, Knecht, Koning (Conferentie Wuppertal 2014) Ab Klein Haneveld 01:27:25
  6. C293 06 Kind, Knecht, Koning (Conferentie Wuppertal 2014) Ab Klein Haneveld 01:07:03
  7. C293 07 Kind, Knecht, Koning (Conferentie Wuppertal 2014) Ab Klein Haneveld 01:18:46
  8. C293 08 Kind, Knecht, Koning (Conferentie Wuppertal 2014) Ab Klein Haneveld 01:06:51
  9. C293 09 Kind, Knecht, Koning (Conferentie Wuppertal 2014) Ab Klein Haneveld 01:03:48
  10. C293 10 Kind, Knecht, Koning (Conferentie Wuppertal 2014) Ab Klein Haneveld 01:23:01
  11. C293 11 Kind, Knecht, Koning (Conferentie Wuppertal 2014) Ab Klein Haneveld 01:10:36
  12. C293 12 Kind, Knecht, Koning (Conferentie Wuppertal 2014) Ab Klein Haneveld 01:16:02
  13. C293 13 Kind, Knecht, Koning (Conferentie Wuppertal 2014) Ab Klein Haneveld 01:22:59

Met de bedoeling Knecht van de Vader te worden, kwam de Heere Jezus als Kind ter wereld. Hij deed tijdens zijn leven op aarde wonderen in Gods kracht, maar in een dienstbare positie. De term ‘Knecht des Heeren’ heeft in de Bijbel diverse toepassingen. Ook Israël, het volk dat het Woord der Waarheid moest bewaren, de Gemeente en individuele christenen kan men zo noemen. In de Bijbel sluit de ene toepassing de andere niet uit. Al bij de verwekking van het Kind was de Vader van plan, Hem via de weg van vernedering en dienstbaarheid tot Zoon en Erfgenaam aan te stellen. Dat gebeurde bij de opstanding van Christus. Leden van Zijn Gemeente, die Zijn Zijn loon is, delen met Hem in de erfenis als ook zij zonen zijn geworden. De weg daarheen voert, net als die van Hem, door vernedering en dienstbaarheid. In die zin zijn Gods kinderen, die nu gevormd worden door Hem, ook zijn knechten. Als Hij, die Zoon en Koning werd, geroepen om boodschappers te zijn van het door God gesproken Woord. Daarin en in de gestalte van de Zoon maakt Hij zich bekend.

“De dienstknecht blijft niet eeuwiglijk in het huis, de zoon blijft er eeuwiglijk.”