1. C219 01 Man en Vrouw Ab Klein Haneveld 01:11:14
  2. C219 02 Man en Vrouw Ab Klein Haneveld 01:04:09
  3. C219 03 Man en Vrouw Ab Klein Haneveld 01:15:32

Als éénheid dragen man en vrouw samen het beeld Gods, maar zij zijn onderling niet identiek. De man is onderworpen aan Christus, zoals Hij aan de Vader. De vrouw – een beeld van de Gemeente – is dat aan haar man. Eva kwam voort uit Adam om als zijn hulp te functioneren, naar analogie van de Zoon, Die als Hogepriester de Gemeente dient en in overdrachtelijke zin nu de voeten van de gelovigen wast. De Heer vraagt van de vrouw, wier goede werken haar sieraad zouden zijn, dat zij haar man dient en zich in de Gemeente niet met de leiding bezighoudt. Dat neemt niet weg dat zij te gelegener tijd Gods Woord kan doorgeven. Van nature staat de vrouw voor het uitwendige, de “schepping”, het vat dat gevuld moet worden, en de man voor het innerlijke, het wezen. De huwelijksrelatie zou een afbeelding moeten zijn van die tussen Christus en Zijn Lichaam, dat Hij liefheeft.

“De man is het hoofd van zijn vrouw.”