1. A534 Belijdenis Ab Klein Haneveld 01:15:12

Het uit het Grieks afkomstige woord ‘homologatie’ is in de Bijbel vertaald met zowel ‘belijdenis’ als diverse andere uitdrukkingen, zoals ‘beloven’. In de praktijk heeft belijden van doen met onderwerping aan de Hogepriester en Zijn door de gelovige van harte aanvaarde Evangelie. Daarom is belijdenis doen niet een éénmalige gebeurtenis. Heel het leven van gelovigen zou moeten staan in het teken van hun belijden van en vasthouden aan heel de waarheid, waarin de Heer hen zal leiden. Het duidt op geloof in en daardoor deel hebben aan de bijbelse heilsfeiten. Christus belijden is voldoen aan Zijn oproep het eeuwige leven in de praktijk te leven, in plaats van bezig te zijn met het tijdelijke. Dat is iets anders dan met de mond belijden God te kennen, maar hem met – veelal religieuze – werken te loochenen. Een christen erkent nederig een zondaar te zijn. Ook dat hoort bij zijn belijdenis. Maar wie dat toegeeft kan ook rekenen op een ‘Voorspraak bij de Vader’, die trouw en rechtvaardig is.

“Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en de engelen.”