1. A496 Saul en David in En-gédi Ab Klein Haneveld

Hoewel al tot koning gezalfd, functioneerde David geruime tijd nog niet in die positie. Die periode, voorafgaande aan de dood van Saul, correspondeert met het huidige tijdsgewricht. Christus is al de Gezalfde sinds Zijn opstanding, maar nog onzichtbaar als Koning. Hij vertoeft met de Zijnen nog in het verborgene, zoals David met zijn mannen in de spelonken van En-gèdi, een oase in de woestijn. Daar werd hij vervolgd door Saul, een beelddrager van de wet (het Judaïsme). Het tragische van veel christenen is dat zij, hoewel door genade behorend bij de Opgestane, willen vasthouden aan de wet. Saul was met olie uit een kruik gezalfd, een teken van tijdelijkheid, en David met die uit een hoorn, die eeuwigheid illustreert. Het past in het vaste bijbelse patroon dat God steeds opnieuw het eerste wegneemt en daarvoor in de plaats iets nieuws stelt. Nèg heerst op aarde als het ware het regime van Saul: dat van wet en religie, maar het zal binnenkort verdwijnen. Wie verstandig is schaart zich bij David, onder de genade van Christus, buiten de legerplaats, levend van Zijn Woord.

“Ik heb Mijn Koning gezalfd over Sion.”